‘De steen die de bouwlieden afkeurden is tot de hoeksteen geworden’.
(Lucas 20:17 / citaat uit Psalm 118)
Opnieuw vertelt Jezus een gelijkenis. Over een wijnbouwer die op reis gaat en
de wijngaard verpacht. Over de pachters, die de opbrengst voor zichzelf
houden en de knechten mishandelen. Dit verhaal zet de mensheid niet in een
mooi licht. Wij willen ons kennelijk niet laten storen door God. Maar God heeft
recht op ons. Alles wat we zijn hebben we aan Hem te danken. Geven wij waar
Hij recht op heeft? Alleen zó wordt ons leven nieuw.
Bij de schikking
De hoeksteen, de rots die het fundament kan zijn, staat centraal in de
schikking. Het kruis is rechtop gezet, de hoekstenen liggen eromheen. De
bloeiende tak is een verwijzing naar nieuw leven.
Het stenen fundament
is als vruchtbare grond
voor takken die vrucht gaan dragen